Europese verkiezingen? Er was geen campagne en nauwelijks media aandacht

Europese verkiezingen? Er was geen campagne en nauwelijks media aandacht

3 juli 2024 – “In Nederland is vooral aan de grenzen gestemd voor PVV, een partij die weer grenscontroles wil invoeren. Terwijl juist ‘grensbewoners’ de meeste voordelen hebben van open grenzen. Waarom hebben zij niet het gevoel dat ze van Europa profiteren?” Senior onderzoeker bij ITEM Martin Unfried vraagt het zich af in zijn presentatie. Sabrina Keinemans, lector Sociale Integratie bij Zuyd Hogeschool probeert in haar presentatie een antwoord te geven op zijn vraag. Het debat schuurt soms en dwaalt af, maar is absoluut leerzaam en interessant.

Een week geleden, op 26 juni, hebben we concurrentie van prachtig weer en van het EK, het één na meest Europese evenement na het Songvestival. Toch komen er zo’n veertig mensen naar het debat ‘Wakker worden in een ander Europa?’ Gespreksleider Lennart Booij wijst sprekers en bezoekers direct op het historische belang van de plek, aan Plein 1992. De tafel waaraan het EU-verdrag op 7 februari 1992 werd getekend met daarachter twaalf vlaggen van de eerste lidstaten, staat in Centre Céramique. Op dit moment samen met het skelet van een triceratops.

Politici aan tafel
Aan tafel zitten Teun Janssen (VOLT), Vera Tax (GroenLinks-PvdA), Jacques Michél Bloi (VVD), Martin Unfried, Sabrina Keinemans. Op de eerste rij in de zaal Zeppe Roijakkers met twee collega’s van het Model European Parliament (MEP) Limburg. De politici aan tafel beantwoorden de eerste vraag van Booij: “Wat is de meest opmerkelijke uitkomst van de Europese verkiezingen en hoe kijk je terug?”

“Ik ben heel erg blij dat we in Nederland hebben gewonnen”, zegt Tax die tot aan de verkiezingen in het Europese Parlement zat. “Europees leverde onze groep helaas drie zetels in. Maar ik had een minder goed resultaat verwacht. Campagne voeren is het tofste wat er is. Maar mensen op straat zijn heel kritisch, zeker over Europa. Het was moeilijk om een genuanceerd beeld tegenover de enorme kritiek te plaatsen.”

“De Europese liberalen verloren en de VVD ook. Maar mijn partij deed het wel beter dan we hadden verwacht”, vertelt Bloi. “In Limburg deden we het relatief goed. We hadden met Fabiènne Hendricks bijna een Limburgse in het Europees Parlement gehad. Regionale vertegenwoordiging is belangrijk. Ik trek het me persoonlijk aan dat populistisch rechts én de groep niet-stemmers zo groot zijn.”

“VOLT deed in 15 landen mee en haalde bij elkaar 1,5 miljoen stemmen. Fijn om een glimp op te vangen van wat we kunnen zijn”, aldus Janssen. “VOLT was al lang aan het flyeren, terwijl er verder weinig gebeurde. Door de coalitievorming in Nederland en nadruk op nationale problemen, kreeg Europa niet voldoende aandacht.”

Waarom Europe (niet) belangrijk is
In zijn presentatie is Unfried het hartgrondig met Janssen eens. “Er was geen campagne en nauwelijks media-aandacht. Vergelijk de Europese verkiezingen eens met de verkiezingen in de VS. Een voorverkiezing in een Amerikaanse staat, krijgt een pagina in een Nederlandse krant. Waarom kunnen politieke partijen en journalisten geen fatsoenlijk debat voeren over Europa? Waarom is er geen geld voor verslaggeving vanuit Brussel? Waarom vinden we de Tweede Kamer zo veel belangrijker dan het Europees Parlement?”

Niemand kent de naam Nicolas Schmit en dat vindt Unfried raar. Schmit was lijsttrekker van het grote sociaaldemocratische blok in de EU en daarmee uitdager van voorzitter Ursula von der Leyen. “Dat het lijsttrekkersdebat in Maastricht niet live werd uitgezonden, is een gemiste kans Net als het feit dat de verkiezingen in de meeste landen om nationale onderwerpen draaiden in plaats van Europese. In Duitsland ging het over de AFD, In Nederland over de PVV.”

Unfried toont de zetelverdeling met uitleg over de verschillende groepen van politieke meerderheden. Op humoristische wijze vertelt hij daarna over het gekrakeel op rechts. Over Meloni die uit tactische overwegingen meer naar het midden opschuift. Over Le Pen van het Franse Rassemblement National dat het Duitse AFP zogenaamd te rechts vind. “Want dat kan in Frankrijk echt niet. Dat je in dezelfde groep zit met een Duitser die zegt dat de SS zo erg niet was.” Mede door die verdeeldheid is het niet zo dat rechts en extreem rechts alles in de EU gaan bepalen. “Maar het zorgt er wel voor dat Von der Leyen tegen links kan zeggen ‘als jullie niet met ons meedoen, ga ik wel even met Meloni praten.”

Tweederangs verkiezingen
Unfried is niet bang voor de Europese democratie. “De machine loopt en blijft werken. Voorstellen waar een compromis over is, worden uitgevoerd. De Europese democratie is op dit moment gezonder dan de democratie in sommige lidstaten. Gelukkig, want dat zorgt ervoor dat lidstaten niet te veel kunnen afwijken. Dat zie je in Polen en in Hongarije en gelukkig moet Nederland zich ook aan Europese regels houden. Het grootste gevaar voor Europa zijn de nationale regeringen die niet of pas heel laat reageren of meewerken. Zoals Nederland met de Natuurherstelwet. Veel nationale regeringen zijn Europa-kritisch. Wilders zegt bijvoorbeeld dat de PVV de EU van binnenuit wil uithollen. Ik weet niet wat dat betekent, maar het is in ieder geval niet positief.”

In veel Europese landen is op populistisch rechts gestemd als protest tegen de zittende regering. “Dat is al langer bezig. De stemmen voor Brexit waren niet alleen tegen de EU, maar vooral tegen de Britse regering Een bepaald deel van de Nederlandse kiezers is simpelweg ontevreden, maar de partij die daarbij hoort, verandert.” Ook voor het grote percentage aan niet-stemmers, met name in Nederland, heeft Unfried een verklaring: “Een totaal gebrek aan media-aandacht. Daaraan zie je dat Europese verkiezingen tweederangs verkiezingen zijn.”

Eigen inspanningen overschatten
Waar Unfried denkt dat een kiesdrempel in Nederland kan helpen, is Sabrina Keinemans het daar absoluut niet mee eens. “Een kiesdrempel komt het democratisch gehalte niet ten goede. We moeten alle kanalen die we hebben tussen burgers en politiek openhouden.” In haar presentatie legt ze uit dat ze geen onderzoek doet naar Europa of naar politiek, maar dat ze geïnteresseerd is in de mensen die het gevoel hebben dat ze niet meetellen. “Mensen in opbouwwijken, mensen met schulden, ouderen, dakloze jongeren, tienerouders. In ons onderzoek vragen we deze mensen wat zij nodig hebben om zich wel gehoord te voelen.”

Keinemans leest een aantal citaten van ondervraagde mensen voor. Zoals van een inwoner van een wijk die wordt gesloopt. ‘Toen kwamen ze ineens vertellen ‘je moet verhuizen’. Ik snap niet waarom de wijk niet gerenoveerd kan worden. Ze zeggen dat slopen goedkoper is. Maar ze hebben ons wel al die jaren laten zitten in huizen waar je volgens hun niet in kan wonen.’

“De mensen waar ik over praat, hebben het gevoel dat ze er niet toe doen. Ze kunnen zich niet op een goede manier laten horen, behalve door te gaan stemmen. Maar er moeten veel meer mogelijkheden zijn om mee te bepalen. Wij denken dat we niet op anderen neerkijken. Maar dat is niet waar. We overschatten allemaal onze eigen inspanningen en verdiensten. We denken dat we het goed hebben omdat we daar zo hard voor hebben gewerkt. Dat impliceert meteen dat de mensen die het niet redden dus mensen zijn die niet hard genoeg hun best doen.”

Bang voor ideologisch conflict
Volgens Keinemans is het ‘niet gehoord worden’ een belangrijk probleem, maar is een tweede probleem nog fundamenteler: “We durven niet meer ideologisch met elkaar in conflict te raken. We hebben andere dromen, andere idealen, andere wensen van hoe we ons leven willen inrichten. We kunnen niet voor een ander bepalen wat hij of zij belangrijk moet vinden. Neem bijvoorbeeld het Gezonde Wijk beleid. We vragen inwoners helemaal niet of ze in zo’n wijk willen wonen. Waarschijnlijk vinden ze het belangrijker dat de schimmel op hun muren wordt aangepakt. Het gevoel dat ze geen stem hebben is een reden waarom ze populistisch stemmen. Daarom zal ik nooit zeggen dat dat verkeerd is.”

Daarna gaat de discussie met de mensen aan tafel over hoe het komt dat politici niet lijken te luisteren en geen oplossingen hebben. “Ik denk dat de progressieven wel oplossingen hebben”, zegt Tax. “Het lastige is dat conservatieve partijen steeds wijzen naar hoe het vroeger zogenaamd beter was, terwijl wij naar oplossingen kijken in de toekomst. We kunnen niet bewijzen dat onze maatregelen werken anders dan met onderzoek en wetenschap aantonen dat we bijvoorbeeld onze natuur moeten beschermen. We moeten leren onze boodschap kort en krachtig te verwoorden.”

Janssen denkt dat de politiek ‘Europeaniseren’ belangrijker is dan ooit. “Het normaliseren van extreme opvattingen is in gang gezet. Populisten doen allerlei beloften die ze niet na kunnen komen, bijvoorbeeld over het sluiten van grenzen. Daar geven ze Europa de schuld van. Waardoor weer meer mensen anti-Europees worden. Een soort vicieuze cirkel. Daar kan alleen een krachtig Europees antwoord tegenover staan.”

Hoe dat antwoord iedereen moet bereiken? De wijken ingaan en makkelijkere taal gebruiken, zijn de vanzelfsprekende opties. Roijakkers lukt het in ieder geval om jongeren te bereiken. Het MEP komt op zeventien scholen in Nederlands Limburg en een paar een Vlaanderen. “We komen echt niet alleen bij 4 gymnasium. Maar we zien in iedere school, op ieder niveau gebrek aan kennis van de Europese politiek. De EU is complex. En als je niet weet of niet begrijpt wat er speelt, breng je gemakkelijk een anti-stem uit. In beter informeren en uitleggen, zit een deel van de oplossing.”

Opnieuw de kloof
Bloi is blij dat het MEP op alle typen scholen komt. “Ik begon zelf op het vmbo en sommige activiteiten waren alleen voor havo en vwo. Dat vond ik stom. Succes ligt deels aan je eigen houding en inzet, deels aan omstandigheden. Groei je op in Heerlen-Noord sterf je twaalf jaar eerder dan als je in de Maastrichtse wijk Villapark opgroeit.”

De kloof waar het ook in de twee eerdere debatten over armoede en gezondheid over ging, bepaalt ook grotendeels dit debat. Janssen: “In rijke wijken ben je niet alleen gezonder. Ze zijn ook beter georganiseerd. Zo krijgen ze het bijvoorbeeld voor elkaar dat een AZC niet in hun wijk komt. Worden asielzoekers daarna in een armere wijk geplaatst, bevestigt dat weer het beeld dat de mensen die daar wonen er niet toe doen.

Keinemans: “Ik zei het al eerder, we moeten ideologisch met elkaar durven botsen! We moeten van mening durven verschillen. Als we onvrede en ongenoegen niet delen, komt het op een andere manier naar buiten. Denk aan de protesten van de gele hesjes. De aanleiding was de verhoging van de brandstofprijs. Typisch zo’n maatregel waar hoogopgeleide, rijke mensen weinig last van hebben. Ze kunnen zich die prijsverhoging veroorloven of overstappen op een elektrische auto.”

Frustratie en populisme
“Maar we moeten wel verschil maken tussen het erkennen van terechte frustraties en het accepteren van populistische oplossingen zoals migranten overal de schuld van geven en daarom grenzen sluiten”, vindt Janssen. “De sociaal democraten in Denemarken gaan keihard mee met het anti-migratie beleid. Terwijl er geen migratiecrisis is. Er is een opvangcrisis. Waarom hebben we geen Europees spreidingsbeleid? Of neem de boeren. Het lijkt alsof vergroening en biodiversiteit een elitair project is van Europa dat alle boeren wil onteigenen. Omdat twintig procent van de boeren wil dat er niets verandert, vooral de rijke megabedrijven en de agro business. Zij kunnen goed framen en lobbyen. Die andere tachtig procent wil echt wel veranderen.”

Unfried moet daar instemmend om lachen: “Het is eigenlijk heel grappig dat boeren worden neergezet als slachtoffers van het Europese beleid, terwijl ze juist enorm hebben gelobbyd voor heel veel beleid dat er nu is. Vooral via de christendemocraten. Dat moeten we beter uitleggen.”
“Maar met alleen beter uitleggen gaan de mensen waar ik het over had hun mening niet bijstellen”, antwoord Keinemans. “We moeten eerst iets doen aan de zorgen van de mensen zelf. De problemen waar ze iedere dag tegenaan lopen. De tweedeling blijft groeien, de kloof wordt groter.”

Grensregio
Gespreksleider Booij en mensen uit het publiek proberen een paar keer het onderwerp terug te brengen naar wat er in de aankondiging stond: Wat de uitkomst van de Europese verkiezingen betekent voor Limburg en de Euregio. “Dertig procent van de Europeanen woont in een grensregio. Ik doe mijn boodschappen bij de Kaufland in Duitsland en dat vind ik heel normaal”, vertelt Bloi. “Ik denk er niet eens aan om mijn paspoort mee te nemen. In het ziekenhuis in Aken werken veel Nederlanders. In het Nederlandse openbaar vervoer werken veel Belgen en Nederlanders die in België wonen. Als je de grenzen sluit heb je op veel plekken een probleem.”

Telkens als het even over grensoverschrijdende samenwerking gaat, of wat de verkiezingsuitslag voor de grensregio betekent, trekt iemand uit het publiek of iemand aan tafel het gesprek weer naar Nederland. Maar de vraag is of dat erg is. “Ik vond het mooi dat het een ongemakkelijk debat was, dat het soms schuurde”, besluit Booij. “Europa komt vaak in de grootste crises met de grootste oplossingen en met die positieve gedachte wil ik jullie naar huis sturen.”